Rode Lynx
Ondanks afschieten door sportjagers of doordat de dieren in de vallen van pelsjagers lopen, is de rode lynx vooral in zijn noordelijke leefomgeving de meest algemene kleine wilde kat van de USA. Een Mexicaanse ondersoort, (Lynx rufus escuinapae) wordt met uitsterven bedreigd.
Voedsel en jacht
Het voedsel van de rode lynx bestaat voor twee derde uit konijnen en hazen. Verder vooral kleine knaagdieren, zoals eekhoorntjes en muizen. Soms maakt hij ook jacht op witstaartherten, huisschapen, geiten, en zelfs op katten en honden.
Net als de kat jaagt de rode lynx uit een hinderlaag vandaan. Hij sluipt geruisloos naar zijn prooi toe tot hij genoeg dichtbij is om de prooi te bespringen en vervolgens te doden. Gezien zijn grootte is de rode lynx zeer sterk. Prooidieren die groter zijn dan hijzelf bijt hij net zolang in hun nek of keel tot ze dood zijn.
Gedrag
De rode lynx is een nachtelijke jager, maar hij gaat ook wel in de schemering op jacht. In noordelijke gebieden jaagt hij, als er weinig voedsel is, zelfs overdag. Hij is erg gesteld op zijn gebied en markeert daarom de grenzen en de paden die door zijn gebied lopen regelamtig met urine, uitwerpselen en krabsporen op de bodem. Aan de geur van de urine van een vrouwtje herkent het mannetje of zij loops is, en is aan haar uitwerpselen ruiken andere vrouwtjes of zij jongen heeft. Moeders met jongen zijn zeer agressief.
Voortplanting
De voortplantingstijd valt in de winter. Dit is het enige moment dat rode lynxen contact met elkaar hebben. Een mannetje paart met alle vrouwtjes die binnen zijn territorium leven. Vroeg in het voorjaar worden de jongen, blind en hulpeloos, geboren. Op dit moment houdt het vrouwtje het mannetjeweg van haar hol, maar het mannetje blijft wel in de buurt. Na ongeveer een week openen de jongen hun ogen. Ze worden vervolgens nog een achttal weken gezoogd. Zodra de jongen vast voedsel beginnen te nuttigen vindt het vrouwtje het goed dat het mannetje dichterbij komt. Hij brengt nu regelmatig voedsel en helpt ook bij de opvoeding van de jongen. Deze ouderlijke zorg die het mannetje aan de dag legt is ongewoon bij de mannetjes van andere katachtigen. Als de jongen groot genoeg zijn, gaat de hele familie op stap en betrekt dan verschillende verblijfplaatsen binnen het territoruim van het vrouwtje. Als de jongen vier of vijf maanden oud zijn, beginnen de jongen de kunst van het jagen van hun moeder te leren. Zij blijven zes tot negen maanden, of tot het begin van de eerstvolgende paartijd, bij de moeder. Zodra de jongen zelf beginnen te jagen, verliest het mannetje zijn interesse in de jongen en pakt zijn solitaire leven weer op.
Groepen:
Orde: Roofdieren
Familie: Katachtigen
Geslacht & Soort: Lynx rufus
Afmetingen:
Hoogte: 50-60 cm
Lengte: 50-80 cm, staart 15 cm
Gewicht: 6-11 kg, een enkele maal tot 16 kg
Verspreiding:
Wijd verbreid in Noord-Amerika van Zuid-Canada tot in Zuid- Mexico.
Voorplanting:
Geslachtsrijp: met een jaar; het mannetje plant zich echter op zijn vroegst met 2 jaar voort
Paartijd: februari tot maart; vermoedelijk krijgen vrouwtjes eens in de twee jaar jongen
Draagtijd: 60-65 dagen Aantal jongen: 2-4
Leefwijze:
Gedrag: solitair, nachtdier
Voedsel: vleeseter; konijnen en hazen, andere knaagdieren, schapen, jonge herten en vogels
Levensverwachting: in gevangeschap meer dan 30 jaar
Verwante soorten:
Wereldwijd bestaan er 28 andere soorten kleine katachtigen (Felini). Hiertoe behoort ook de huiskat (Felis silvestris catus).
Plaats comment