Wandelende takken (Phasmatodea)

Wandelende takken hebben de kunst van het camoufleren geperfectioneerd. Hun tak of bladachtige lichamen zijn nauwelijks van de takjes of bladeren te onderscheiden. Wandelende takken zijn wijd en zijd bekend vanwege hun bizarre verschijning, die als zeer effectieve camouflage werkt. Even ongewoon is hun vermogen zich ongeslachtelijk voor te planten. Sommige populaties bestaan uitsluitend uit volkomen identieke vrouwtjes en hun dochters.

SNEL INFORMATIE OVER WANDELENDE TAKKEN

    1. Uiterlijke kenmerken
    2. Waar leven wandelende takken
    3. Wat eten wandelende takken
    4. Speciale aanpassing
    5. Verdediging
    6. Voorplanting
    7. Verschillende soorten
    8. Weetjes
    9. Verwante soorten

wandelende tak

Uiterlijke kenmerken

Een volwassen wandelende tak heeft een lengte van 5 tot 33 cm. Het vrouwtje is groter dan het mannetje. Sommige wandelende tak soorten hebben vleugels onder hun dekschilden verborgen. Vele soorten zijn vleugelloos. Wandelende takken kunnen veel kleuren en lichaamsvormen hebben.

Groepen

  • Klasse: Insecten
  • Orde: rechtvleugeligen
  • Familie: Wandelende takken (Phasmatodea)

Waar leven wandelende takken

De wandelende tak komt overal ter wereld voor en dan vooral in tropische gebieden. Maar ze zijn ook in koudere streken te vinden zoals in heel Europa. Daar de meeste wandelende takken in weinig onderzochte gebieden voorkomen, is over hun aantallen weinig bekend. Omdat veel soorten van slechts één enkele voedselplantsoort afhankelijk zijn, worden ze waarschijnlijk ernstig door de vernietiging van de regenwouden getroffen.

Afmetingen:

  • Lengte: 5 tot 33cm, vrouwtje groter dan mannetje.
  • Monddelen: Bijtend-blauwend
  • Vleugels: Indien aanwezig ligt er één paar onder chitineuze dekschilden verborgen. Vele soorten zijn vleugelloos.

Wat eten wandelende takken

Wandelende takken eten uitsluitend de bladeren van kruidachtige planten, struiken, en bomen. Ze eten graag bramen, klimop, Framboos en rozenbladeren. Ze knagen aan de bladeren met hun effectieve bijtend-kauwende monddelen. Iedere soort heeft een voorkeur voor een bepaalde plant. Ze eten voornamelijk ’s nachts, wanneer hun vijanden niet actief zijn.

Omdat ook de duisternis niet geheel ongevaarlijk is, gaat het voedsel zoeken heel bedachtzaam, om iedere beweging te vermijden die de aandacht zou kunnen trekken. De meeste soorten zoeken solitair naar voedsel. Sommige soorten zoals Didymuria violescens, die in Australische Eucalyptus bossen voorkomt duiken in zwermen op en kunnen bomen totaal kaal eten.

  • Gedrag: ’s nachts actief
  • Voedsel: bladeren

Speciale aanpassing

Pigmentkorrels in speciale huidcellen kunnen samenklonteren of zich verspreiden waardoor het dier donkerder of lichter wordt. Hun voornaamste functie is de temperatuurregulatie. Donkere kleuren absorberen meer licht en daarmee warmte dan lichte kleuren. In de tropen kan de temperatuur overdag zeer hoog oplopen en ’s nachts dramatisch dalen. Het insect blijft bleek wanneer de zon schijnt, zodat veel van de warmte wordt teruggekaatst. Wanneer de temperatuur daalt wordt het insect donkerder, zodat het in staat is toch nog warmte op te nemen.

Verdediging

De voornaamste vijanden van wandelende takken zijn vogels, die in het gras of tussen de bladeren en twijgen naar voedsel zoeken. De meeste jagen overdag, zodat speciaal onder heldere lichtomstandigheden camoufleren nodig is. Het slanke lijf en zeer dunne poten verschaffen veel wandelende takken een twijgachtig uiterlijk, wat nog versterkt wordt door de aanwezigheid van vaalbruine en groene kleuren.

Een volkomen groene wandelende tak lijkt door zijn houding nog sterker op een grashalm of blad. De wandelende tak klemt zich tegen de plant aan met de beide voorpoten voorbij de kop gestrekt en wiegt zachtjes heen en weer om de beweging van de takken door de wind te imiteren. Bij verstoring kan de wandelende tak zich als een dode twijf op de grond laten vallen. Wanneer de vijand hem niet te pakken krijgt, klimt de wandelende tak weer naar boven.

Voorplanting

Bij veel soorten zijn mannetjes zeldzaam. In plaats van te paren, leggen vrouwtjes eieren die zich ontwikkelen zonder bevrucht te zijn. De meeste wandelende takken zijn tot ongeslachtelijke voorplanting in staat, maar dit heeft een zwaarwegend nadeel. De jongen zijn dan altijd identiek aan de moeder. Zonder genen van de vader ontstaat er dus geen nieuwe variatie waardoor een soort zich verder zou kunnen ontwikkelen. Voor wandelende takken die in groepen leven is het eenvoudig om een partner te vinden. Veel andere leven min of meer verspreid.

De vrouwtjes gebruiken een verleidelijke geurstof om de mannetjes aan te trekken. Het vrouwtje verspreidt de eieren meestal willekeurig. Eieren kunnen drie jaar lang op de bosboden blijven liggen, bescherm door het zaadachtige uiterlijk en de harde schaal. Tenslotte komt het jonge insect uit het ei door openen van een scharnieren dekseltje. Het klimt de voedselplant van zijn moeder in en kan daar volop eten.

  • Eierleggen: in de gematigde streken in de zomer, in de tropen het hele jaar door.
  • Aantal eieren: 100 tot 1300, afhankelijk van de soort.
  • Ontwikkelingsduur: 3 maanden tot 3 jaar.

Soorten wandelende takken

Reuzen wandelende tak (Extatosoma tiaratum). Deze hoort tot de onderfamilie Tropidoderinae en komt voor in Australië.

Verdediging:

  • De reuzen wandelende tak heeft een uiteinde van het achterlijk naar boven gekromd, om een schorpioen met gifstekel te imiteren.

Indiase wandelende tak (Carausius morosus). Behoort tot de onderfamilie Lonchodinae en hoort op het indiase subcontinent thuis. De groenachtige kleur maakt de dieren vrijwel onzichtbaar tussen het gebladerte.

Roze kleurige wandelende tak (Sipyloidea sipylus), onderfamilie Necroiciinae, leeft op Madagaskar, de huidachtige vleugels hebben doorschijnende pasteltinten.

Wandelende takken weetjes

  • De Zuidoost-Aziatische reuzen wandelende tak, (Pharnacia serratipes), is met 33 cm het langste insect op aarde.
  • Van sommige wandelende takkensoorten zijn in de natuur nog geen mannetjes gevonden. Bij het kweken in het laboratorium komt op de 400 vrouwtjes slechts één mannetje voor.
  • Wanneer een jonge wandelende tak een poot verliest, groeit er een nieuwe aan. Het volwassen dier heeft na alle vervellingen dit vermogen verloren.
  • Sommige wandelende takken ontnemen hun belagers de moed omdat ze ervoor zorgen dat die hun laatste maaltijd moeten uitbraken.

Verwante soorten

Wandelende bladeren, een afgeplat, bladachtig insect, behoort tot dezelfde orde.

Groepen

  • Klasse: Insecten
  • Orde: Rechtvleugeligen
  • Familie: Wandelende takken
  • Geslacht: Phasmatodea