Walrus (Odobenus rosmarus)
De walrus (Odobenus rosmarus) is een robbensoort en leeft alleen in het ijskoude noordpoolgebied. Toch is deze dikhuidige reus met zijn indrukwekkende slagtanden bij veel mensen bekend. Walrussen hebben een enorm dikke huid met een speklaag eronder die het mogelijk maakt in het ijskoude water te overleven. Hun grote hoektanden zijn niet alleen schrikaanjagende wapens, maar dienen ook als een soort pikhouwelen wanneer de dieren op het ijs willen klimmen.
SNEL INFORMATIE OVER WALRUS
Uiterlijke kenmerken van Walrus
Een volwassen walrus weegt tussen de 900 en 1600 kg. De bullen (mannetjes) worden 3 tot 4 meter lang, de koeien (vrouwtjes) 2,5 tot 3 meter. Walrussen hebben een extreem dikke huid met een speklaag eronder. Ze hebben een grijs tot bruine kleur vacht. De slagtanden kunnen tot wel een meter lang worden en zijn schrikaanjagende wapens.
Waar leeft een walrus
De walrus leeft in het noordpoolgebied van Alaska, tot in het oosten van Canada en in Groenland. Maar hij leeft ook in het arctische deel van Noordoost Siberië. Door de overmatige jacht in hun aantal drastisch afgenomen en werd de soort op de rand van uitsterven gebracht.
Leefwijze
De walrus slijt zijn dagen op open zee of met uitrusten op ijsschotsen die in de poolzeeën ronddrijven. Als er weinig ijsschotsen zijn, hijst de walrus zich op een rotsblok. Daar verzamelen zich soms reusachtige groepen op één plek. Walrussen liggen niet alleen door gebrek aan ruimte vaak dicht tegen elkaar aan, maar ook uit behoefte aan lichaamscontact. De poten van de walrus zijn afgevlakt en zijn een soort zwemvliezen. Op het ijs of aan land draait hij zijn vinpoten naar oren om zich op vier poten te kunnen voortbewegen.
Hij waggelt met een tamelijk rechte houding, terwijl een soort wratten aan zijn voetzolen zorgen voor grip op het gladde ijs. In het water gebruikt het dier zijn achterste vinpoten om vooruit te komen, terwijl hij de voorpoten als roer gebruikt worden. Wanneer in de winter het ijs dikker wordt, trekken de walrussen zuidwaarts. Anders dan andere robben kunnen zij onder het pakijs niet overleven, omdat zij geen gaten in het ijs kunnen maken om adem te halen. Wanneer in april de arctische lente nadert, trekken de vrouwtjes en jonge dieren weer noordwaarts. De walrus kan de ijzige temperaturen alleen overleven door de dikke speklaag onder de huid.
- Gedrag: Sociaal, leeft meestal in grote groepen.
- Voedsel: Weekdieren, stekelhuidigen en andere ongewervelde zeedieren, vissen en heel af en toe robben en jonge walvissen.
Wat eet een walrus
Een walrus eet vooral schelpen, kokkels, en mosselen die hij van de bodem opduikt. Een walrus kan niet zo diep duiken en zo lang onder water blijven als andere robben. Hij haalt maximaal 10 minuten en een diepte van 80 meter. Meestal blijft hij daarom liever in ondiep water zwemmen. Aangezien de walrus vaak in troebel water jaagt, gebruikt hij bij het zoeken naar voedsel zijn gevoelige snorharen. Soms eet hij ook weekdieren die hij vindt op de zachte zeebodem. Van grote bullen is ook bekend dat ze soms robben aanvallen en opeten. Daarbij klemt hij zijn prooi tussen zijn voorpoten, en doodt hem met zijn grote slagtanden.
De slagtanden van de walrus
De walrus gebruikt zijn slagtanden onder andere om zich vast te houden als hij op het ijs klimt. Bovendien zijn ze een soort statussymbool binnen de groep, en worden ze in de paartijd tegen rivalen gebruikt. Af en toe gebruikt een walrus zijn lange slagtanden ook als ‘steuntje’ bij het liggen op een ijsschots.
De slagtanden zijn verlengde hoektanden die bij een walrus steeds blijven doorgroeien. Een vijfde deel van de tanden zit verborgen in de kaak. Slagtanden worden bij bullen een meter en bij koeien ongeveer 60 centimeter.
Voortplanting
In de paartijd verzamelen zich grote groepen bullen, koeien en jonge dieren. De bullen vechten met elkaar om het bezit van een vrouwtje, en de grootste bul met de langste slagtanden wordt de leider. De paring vindt in het water plaats en na ongeveer vijftien maanden, tussen april en juni, komen de jongen ter wereld. Vaak zijn de groepen na de winter alweer op de terugweg naar het noorden. Het vrouwtje hijst zich op een ijsschol om het jong te werpen. Een walrus jong kan bij de geboorte al 130 centimeter lang zijn. In het begin wijkt het jong nauwelijks van de zijde van zijn moeder, maar leert na een tijdje al om snel te zwemmen.
Na ongeveer twee weken kan hij dit al perfect. Het walrus jong wordt minimaal 18 maanden gezoogd. Na 6 maanden begint het jong ook vast voedsel te eten en na een jaar is zijn gewicht verdrievoudigt. Op dat moment worden zijn slagtanden ook langzaam zichtbaar, hoewel ze dan pas 2,5 centimeter lang zijn. Ook vrouwtjes hebben slagtanden, alleen deze zijn niet zo groot als bij de mannetjes. Met twee jaar verlaat het kalf zijn moeder, en sluit zich meestal aan bij een groep jonge dieren. Deze lange tijd van moederlijke zorg betekent wel dat een koe maar om het jaar een jong kan krijgen.
- Geslachtsrijp: Vrouwtje meestal met 6 tot 7 jaar. Mannetje vanaf 8 jaar.
- Paartijd: Januari tot maart.
- Draagtijd: 15 maanden, met eerst 3 maanden embryo-rust
- Aantal jongen: 1
- Zoogtijd: 18 tot 24 maanden
De walrus en de mens
Generaties lang hebben Eskimo’s op walrussen gejaagd. De dieren leverden hun voedsel en olie. Van hun dikke huid maakten ze boten, hutten en leren riemen voor hun hondensleeën. De grote hoektanden gebruikten ze voor kunstige voorwerpen en sieraden. Eskimo’s jaagden met harpoenen aan sterke lijnen, maar het aantal gedode dieren had geen invloed op hun bestand. In de afgelopen honderd jaar hebben commerciële jagers zo veel walrussen gedood, dat de dieren in het noordelijke deel van de Atlantische oceaan vrijwel uitgeroeid zijn. De walrus is nog steeds een ernstig bedreigd diersoort en is erg gevoelig voor elke vorm van milieuvervuiling en economische uitbuiting.
Walrussen weetjes
De wetenschappelijke familienaam van de walrus (Odobenus) komt uit het Oudgrieks en betekend ‘hij die op zijn tanden loopt’.
De langste walrushoektand die ooit werd gevonden was 55 centimeter lang en had een doorsnede van 30 centimeter en woog meer dan 6 kilo.
Als een walrus ligt te zonnen, krijgt hij een roze achtige kleur. Door de warmte gaan zijn bloedvaten openstaan en wordt de huid beter doorbloed.
De nek huid van een walrus kan tot 8 centimeter dik worden.
Verwante soorten
De walrus is de enige soort binnen de familie. Hij is verwant aan de oorrobben.
Groepen
- Orde: Roofdieren
- Familie: Walrussen
- Geslacht en soort: Odobenus rosmarus
- Categorie: Zoogdieren