Wolfspin (Lycosidae)
De wolfspin (Lycosidae) is een jachtspin, ze maken geen web om prooien te vangen zoals andere spinnen. Maar ze vangen prooien met hun poten en profiteren hierbij van hun uitstekende gezichtsvermogen. De geelbruine wolfspin komt bijna over de hele wereld voor. Ze danken hun naam aan de manier waarop ze hun op prooi loeren en besluipen, en de snelheid waarmee ze hun prooi vangen.
SNEL INFORMATIE OVER WOLFSPIN
Uiterlijke kenmerken van wolfspin
De grootste Europese en Amerikaanse Lycosa-soorten worden tot 33 mm lang. De Wolfspin heeft 2 grote ogen die kijken naar boven, 2 grote ogen kijken naar voren en 4 kleine ogen kijken naar voren en lichtelijk naar opzij. Ze hebben acht poten en twee tasterpoten. Wolfspinnen hebben een lichtgrijs tot donkerbruine kleur, met streepjes en vlekjes.
Kenmerken van wolfspinnen
- Wolfspinnen hebben 2 grote ogen die kijken naar boven, 2 grote ogen die kijken naar voren, en 4 kleine ogen die kijken naar voren en lichtelijk opzij.
- De voorpoten worden gebruikt om de prooi te vangen.
- Met de tasters brengt het mannetje het sperma in de genitaal opening van het vrouwtje om de eieren te bevruchten.
- De Cheliceren (kaken) gebruiken ze voor het verkleinen en vermalen van prooidieren.
Waar leven wolfspinnen
Wolfspinnen leven over de hele wereld met uitzondering van de poolgebieden. In Europa komen ongeveer 70 soorten wolfspinnen voor, in Noord-Amerika ongeveer 125. Slechts enkele soorten zijn zeldzaam. Niet één soort is gevaarlijk voor de mens.
Leefwijze
Wolfspinnen doen het goed in veel leefomgevingen en zijn daar vaak de dominantste kleine roofdieren. De leefgebieden van deze dieren kunnen woestijnen, tropische regenwouden, moerassen en bergen tot boven aan de vegetatiegrens zijn. Het liefst houden zij zich op in graslanden. De ongeveer 70 soorten wolfspinnen die in Midden-Europa leven, onderscheiden zich beduidend in de keuze van hun leefomgeving.
Eén van de talrijkste soorten kunnen praktisch overal voorbestaan en komen ook veel in tuinen voor. Andere soorten zijn kieskeuriger en nemen alleen genoegen met kiezelstranden, brakke gronden, en stenige bergtoppen. Sommige soorten komen ook voor bij oevers van rivieren, meren en moerassen. Veel kleinere wolfspinnen leven in rotsspleten of onder stenen.
- Gedrag: Zwervend
- Voedsel: Kleine ongewervelden, insecten, maar ook andere spinnensoorten.
- Levensverwachting: 1 jaar in Europese gebieden. 2 jaar bij grotere Amerikaanse soorten.
Wat eet een wolfspin
Wolfspinnen jagen actief achter hun prooi aan. Hun prooidieren zijn hoofdzakelijk insecten en andere spinnensoorten. De wolfspin beloert onbeweeglijk zijn prooi, stort zich vervolgens razendsnel met grote kracht op het slachtoffer en pakt hem met zijn sterke voorpoten stevig vast. Met zijn krachtige kaken bijt de wolfspin de prooi aan stukken, en vermaalt het dier tot pap en verteerd hem tenslotte met behulp van verteringssappen.
In principe zijn wolfspinnen overdag het actiefst en zoeken zij gedurende de nacht beschutting in ondiepe holletjes waar zij zich zo goed mogelijk beschermen tegen vijanden.
Voortplanting
De voortplanting tussen wolfspinnen begint er meestal mee dat het mannetje speciale signalen uitzendt. Het mannetje nadert het vrouwtje voorzichtig, waarbij hij de voorpoten en de beide tasters (mannelijke geslachtsorganen) die voor en onder de kop zitten, op een typische manier beweegt. Als het vrouwtje paringsbereid is, blijft ze staan en geeft ze toestemming om op haar rug te kruipen. Het mannetje gaat achterstevoren zitten, buigt zich wat zijdelings voorover en brengt een taster naar binnen in de epigyne (genitaalopening van de vrouwlijke spin) en de bevruchting vindt plaats.
- Voorplantingstijd: In sommige leefgebieden in de zomer, in de tropen het gehele jaar.
- Ontwikkelingsduur van de eieren: 2 tot 3 weken.
- Aantal jongen: Dit is afhankelijk van de soort.
Moederlijke zorg
Het is verassend om te zien hoe goed de moederlijke zorg is bij wolfspinnen. Na de paring trekt het vrouwtje zich op een plekje terug en spint een zijden kussen. Hierop legt zij haar eitjes en omhult ze met zijde tot een rond geheel. Deze cocon bevestigt het vrouwtje aan de spintepels aan het eind van haar achterlijf. Daar blijft de cocon 2 tot 3 weken zitten tot de eieren uitkomen.
Tijdens de broedtijd verdedigt het vrouwtje haar eieren fel en verweert zij zich agressief tegen iedere poging de eieren weg te halen. Het vrouwtje voelt precies wanneer de jongen uit het ei willen komen. Ze scheurt dan de cocon open om de jongen er uit te halen. De eerste paar dagen van hun leven zitten de jonge spinnen op de rug van hun moeder en zij draagt ze voortdurend mee.
Wolfspinnen zien
In het voorjaar en de zomer zijn wolfspinnen het actiefst. Dit zijn dan ook de beste periodes om naar deze spinnen in de tuin op zoek te gaan. Wolfspinnen houden van warmte, daarom nemen ze vaak een zonnebad op warme stenen of omgevallen boomstammen. Daar vinden meestal ook de baltsrituelen plaats. Nader de wolfspin heel stil, plotselinge bewegingen of harde geluiden zorgen ervoor dat ze gelijk weg vluchten. Vrij snel na de bevruchting kan men zien hoe het vrouwtje een opvallend witte cocon met eieren aan haar achterlijf draagt. De eieren ontwikkelen zich snel, vooral bij warm weer. Korte tijd later kan men zien hoe het vrouwtje haar jongen op de rug meedraagt.
Wolfspin weetjes
- De spinnendoder, een soort wesp, vangt spinnen, verlamt ze en brengt ze in holletjes onder de grond als voedsel voor wesplarven.
- Wolfspinnen hebben soms erg veel jongen die in meerdere lagen op hun moeders rug gekleefd zitten.
- De wolfspin (Pardosa) kan ongeveer 40 jonge spinnetjes op de rug meedragen. De grote Amerikaanse soorten van het geslacht (Lycosa) wel meer dan 100.
- De jonge spinnen verlaten hun moeder na ongeveer een week.
- Met ’tarantula’ worden vaak de grote tropische vogelspinnen aangeduid, maar tarantula is in oorsprong de naam voor de in Zuidelijk Europa voorkomende grote wolfspin, (Lycosa tarantula).
Verwante soorten van wolfspin
Het Pardosa geslacht behoort tot de familie Lycosidae. Leden van de verwante familie Pisauridae worden ook wolfspinnen genoemd.
Groepen
- Klasse: Spinachtigen
- Orde: Echte spinnen
- Familie: Wolfspinnen
- Geslacht: Pardosa en Lycosa
- Categorie: Spinnen
Buitenlandse benaming
Wolfspin
Wolf spider
Araignée-loup